Warmtenetwerk Antwerpen Noord levert eerste koolstofvrije warmte aan Boortmalt

Op 29 februari 2024 drukte de Antwerpse burgemeester Bart De Wever op de symbolische startknop om het Warmtenet Antwerpen Noord in gebruik te nemen. Een pijpleidingentraject doorheen de Antwerpse haven koppelt de site van Indaver Antwerpen met mouterij Boortmalt. Vanaf nu ruilt Boortmalt aardgas en WKK in voor restwarmte van Indaver om mout te produceren. Bovendien is dit netwerk het eerste ‘open access’ warmtenet in België, wat mogelijkheden biedt voor nieuwe leveranciers en afnemers.

Ook het koppelpunt voor een residentieel netwerk naar de sociale woningen van Woonhaven Antwerpen is gelegd. Dit warmtenet betekent een belangrijke besparing op fossiele brandstoffen én een forse vermindering van de CO2-emissies. Het project krijgt financiële steun van de Vlaamse regering via het Vlaamse Energie- en Klimaatagentschap.

Warmtenet met industriële restwarmte

‘Restwarmte’ is warmte die vrijkomt bij een industrieel productieproces.  Een warmtenet met restwarmte is een alternatief voor een verwarming op fossiele brandstof. Het bestaat uit een netwerk van goed geïsoleerde leidingen die warm water van de ene plaats (de industrie) naar een andere (industrie en woningen) brengen voor diverse warmtetoepassingen.

Bij Warmtenetwerk Antwerpen Noord gaat het om restwarmte van de draaitrommelovens van Indaver waar industrieel afval thermisch verwerkt wordt. De verbrandingswarmte wordt gevaloriseerd onder de vorm van elektriciteit. Bij dit proces blijft nog restwarmte over. Het is deze restwarmte die, via het warmtenet, geleverd wordt aan Boortmalt dat zich op lange termijn engageerde om de warmte in zijn moutproces te gebruiken.

De warmte wordt op een temperatuur van ca. 105°C via pijpleidingen van Indaver naar Boortmalt gebracht zo’n 10 km verderop in de haven. Het afgekoelde water (65°C) vloeit via een tweede pijpleiding terug naar Indaver om hergebruikt te worden.

De mouterij van Boortmalt in Antwerpen is de grootste ter wereld. Met een productiecapaciteit van 470.000 ton per jaar wordt hier de mout gemaakt om zo’n 16 miljard biertjes per jaar te brouwen.  Tijdens het moutproces zijn grote hoeveelheden warmte nodig. Boortmalt maakte in het verleden gebruik van warmtekrachtkoppelingen en gasbranders om deze proceswarmte te produceren. Door gebruik te maken van restwarmte, spaart Boormalt een hoeveelheid aardgas uit die vergelijkbaar is met de jaarlijkse consumptie van ongeveer 10.000 gezinnen.

Tweede fase : residentieel net

Nu het industriële warmtenet afgewerkt is, ligt de weg vrij voor de uitkoppeling van het residentieel net. Dit zal in de komende jaren aangelegd worden door netbedrijf Fluvius en zal toelaten om de warmtevoorziening van scholen, openbare gebouwen en 3.200 gezinnen van twee wijken in het noorden van Antwerpen te verduurzamen.  

Reductie van CO2-uitstoot met 80.000 ton per jaa

De transitie van fossiele brandstof naar restwarmte betekent voor dit netwerk een vermindering van de CO2-uitstoot met 80.000 ton per jaar (wanneer de volledige capaciteit van het warmtenet zal benut zijn). Dit komt overeen met de jaarlijkse CO2-uitstoot van 25.000 Antwerpse gezinnen.

Open access

Bijzonder aan dit netwerk is dat dit het eerste ‘open access’ warmtenet in België is. Elk bedrijf in de haven dat warmte produceert en/of wil afnemen kan toetreden. Het leidingennetwerk loopt onder meer langs de terreinen van het zogenaamde ‘Next-Gen District’. Port of Antwerp-Bruges zal op deze site bedrijven clusteren die actief zijn in de circulaire economie. Deze bedrijven kunnen dan op hun beurt extra restwarmte aanleveren aan of afnemen van het netwerk.

Samenwerking met vele partners

Om de meer dan 3200 sociale woningen een klimaatvriendelijke verwarming te bezorgen én de industriële warmteafnemer te faciliteren in zijn duurzaamheidsplannen, was een samenwerking met tal van partners noodzakelijk. Indaver en Port of Antwerp-Bruges bouwden samen het eerste deel van het traject dat nu warmte levert aan Boortmalt. Fluvius zal vanuit dit industriële warmtenet in opdracht van en in samenwerking met Stad Antwerpen het tweede, residentiële net bouwen. Hiervoor werden overeenkomsten afgesloten met o.m. sociale huisvestingsmaatschappij Woonhaven Antwerpen. Tot slot is de Vlaamse regering een belangrijke partner door de financiële steun die het project kreeg. De subsidie kadert in de doelstelling om de uitkoppeling van restwarmte en de uitbouw van warmtenetten een boost te geven.